De striptease van Leterme duurt te lang.

Niets is erger voor wie zich geleidelijk blootgeeft dan een publiek dat verveeld wegkijkt. Tenzij de stripper zelf, die blijft geloven dat zijn publiek begeesterd zal zijn wanneer hij/zij uiteindelijk in al zijn/haar glorie te bewonderen is. Teasen is plagen, uitdagen, spelen en meeslepen naar waar jij het wil. Moest ik het durven, zou ik zeggen dat het publiek aan je lippen moet hangen, maar in de context van een striptease wordt dit misschien verkeerd begrepen. Voor wie geen oog heeft voor dergelijk vertoon: Leterme is een slechte stripper. Dan mogen de media nog met rode oortjes elke beweging paginabreed uitsmeren en mag het personeel van het CD&V-cabardoucheke zijn best doen om omstanders aan te stoten en op te hitsen, Yves kan de verbeelding niet prikkelen en riskeert van het podium te verdwijnen nog voor hij zijn grote blote spreidstand heeft uitgehaald. Iedereen is, om het zo te zeggen, al aan de beurt geweest, die met zijn spleet tussen de tanden op de eerste rij en die met de scheve neus er achter, her en der worden al lijstjes met voorkeuren vergeleken, maar de zelfuitgeroepen hoofdact durft niet eens uit de coulissen komen. Omdat hij het niet kan? Of omdat hij in de kramp gaat voor een publiek?
Ik zag hem toevallig onderweg tijdens de Ronde van Vlaanderen. Al van bij de eerste strook kasseien in Wannegem-Lede dook hij op tussen het publiek. Of beter, werd hij, gekleed in roze trui – van de Ronde van Italië? – door zijn chauffeur of lijfwacht tot bij de rijen supporters afgezet. Van op een laddertje aan de overkant kon ik hem in ‘t oog houden. Zes meter heeft hij zich verplaatst. Van de kerkmuur tot aan het eerste huis ernaast, ondertussen zenuwachtig lachend en nauwelijks opkijkend van zijn GSM. Niet één keer heeft hij iemand aangesproken. Terwijl dat de essentie is bij koers kijken. Of je nu fan bent, fanaat of farfalu. Je praat met elkaar. Rijdt Bettini mee? Hoe heet die Quickstepper weer die nu kopman is bij Cofidis? En wanneer je de indruk wil geven een habitué te zijn, zeg je: er is precies minder volk dan de voorbije jaren. Maar Leterme zwijgt. Kan het niet zonder spiekbriefje. Dat niemand er aan gedacht heeft van hem een rugzakje koerskoekjes mee te geven. Ik mag er niet aan denken dat hij zo van helling naar kasseiweg tot aan de meet telkens weer tussen het volk gedropt werd.
“Hij voelt zich beter als mens tussen de mensen dan in de grote salons”, orakelde tsjoektsjoek Etienne Schouppe vandaag in de krant. Wat doet ons Iefke dan in die salons? Onder het behang kruipen?
Schouppe komt, nu hij verantwoordelijk is voor de kieslijsten van de CD&V, steeds meer naar voor als een baas Ganzendonck. De pater familias van het gezinnetje CD&V. Met ons Iefke als wereldvreemd manneke, maar toch de slimste van de klas, die de mismeesterde ambitie van papa Etienne gaat waarmaken. Als nakomertje is er ons Inge. Een vlijtig meiske, wellicht nog een grotere bolleboos dan ons Iefke, maar zo zielig dat geen enkele soutien haar voldoende steun kan geven in de grote mensenwereld. Zij zal altijd bij ons moeke moeten blijven of bij moeder de vrouw, zoals ze dat in het gildenhuis na de hoogmis zeggen.
Het moeke van dienst is Herman Van Rompuy, de slimste van de hoop, maar uitgemergeld van frustratie omdat zij haar ambities niet mag waarmaken en Etienne haar niet eens ziet staan wanneer hij weer te lang bij Jeanneke is blijven hangen. Etienne geniet van het leven. Uitdagend zelfs, nadat hij goed geboerd heeft bij de treinen. Nu hij op rust is telt hij zijn centen en wacht geduldig tot ons Iefke hem machtsgewijs nog een mooie oude dag zal bezorgen. Op café stoeft hij er graag over. Ons Hermanie doet dat ook, maar minder van harte, bij de catechese en bij de vrouwengilde waar Hermanie alleen maar bewondering oogst met haar Haiku’s in brooddeeg gebakken.
De kleine Yves laat zich de aandacht van papa welgevallen. Waarom weet hij niet, maar zolang niemand die vraag luidop stelt, moet hij er zich ook niet druk over maken. Dus koestert hij zich in de bonhomie van papa Etienne wanneer die hem over de bol aait en hem een grote toekomst voorspelt. Mama Hermanie kan het dan niet laten van ook bij Yves te passeren om hem een tik tegen zijn achterhoofd te geven waardoor de kleine net niet met zijn neus in de bloemkool met worst en patatjes stuitert, waarop Inge achter haar hand grinnikt, wat haar dan weer een extra blauwe plek op haar scheenbeen oplevert. Een schoon Vlaams gezinstafereel voorwaar.
Maar het zou allemaal wel goed komen, herhaalde papa Etienne steeds weer. Meer dan het geloof in de toekomst had de man, die groot geworden was met het transport en vandaar wist dat inhoud alleen maar ballast is, niet te bieden. Moeke Hermanie wou haar Iefke altijd de les spellen en verpakte haar frustratie in wijsheden als: “denk eraan, als gij hun leider wilt worden, moet gij hen volgen”. Als ik leider word stop ik u in ‘t klooster, dacht Yves zonder dat hij zijn arme moeder ook maar 1 seconde aankeek. Wanneer hij geen premier wordt loopt dat nog slecht af tussen die twee. Gezinsdrama’s komen in de beste families voor.
17/4/2007

Dit bericht is geplaatst in Fantasie. Bookmark de permalink.