Het gemekker van Dedecker

Van eunuch Dedecker, zouden we in de titel schrijven, maar dat breekt het ritme en het doet ook op andere manier pijn, want een eunuch is een man die gecastreerd is om politieke redenen. Hij staat dicht bij de machthebbers, maar heeft zelf geen macht, zo leert Wikipedia ons verder.
Zo kennen we Dedecker. Hij zou toch er maar dwaze dingen mee aanvangen, moest hij macht krijgen. De man heeft niet gestudeerd, weet alleen iets van horen zeggen, hij heeft alleen, net zoals destijds bij het judo, veel praat naast de mat, in de buurt van het debat waar hij geen zinnig woord kan aan toevoegen omdat hij alleen kan roepen en geen debatcultuur heeft.

Als hij voor de spiegel staat zal hij toegeven dat het hem alleen om de aandacht te doen is. En die krijgt hij. Vooral de VRT pampert hem of moet het zijn ‘gebruikt’ hem? De ene week zit hij bij Phara, de volgende bij Frieda van Wijck of in Terzake.
Zouden daar afspraken over gemaakt worden? Ik vraag het mij af en ook of Dedecker beseft dat hij als nuttige nar opgevoerd wordt, die tot vermaak en vaak uit wraak, dingen mag verkondigen die weinig met politiek, maar alles met afrekeningen te maken hebben; losse beweringen zonder wederwoord of bewijs, maar die misschien een verborgen agenda dienen waar Jean-Marie, vol van zichzelf, niet eens een idee van heeft?

Natuurlijk heeft Dedecker zelf genoeg rekeningen openstaan. Die vereffent hij graag in de aanloop naar de verkiezingen. Zoals hij vorige keer het wielrennen aan de schandpaal ging nagelen, mag volgend jaar wegenbouw op zijn speciale aandacht rekenen. Sensatie als populistische masturbatie. Zijn oorlog tegen Van De Lanotte is een lokaal perpetuum mobile. Maar mocht hij genoeg roddels en ‘smoking guns’ hebben om alle socialisten met pek en veren in te smeren zou hij het niet laten liggen.

Kijk hoe de voormalige ‘nationale’ coach als gereformeerde Vlaamse populist mee op de PS inhakt. Socialisten staan haaks op zijn egocentrische ideeën voor de maatschappij.
Ik vraag me af of Dedecker, De Winter, De Wever en andere rechtsen en liberalen hun kinderen, in plaats van te leren delen met elkaar, of hen te leren broertjes te helpen die niet zo goed meekunnen, enkel de trucs van Alexander aanleren: alles voor mij en niks voor een ander.

Onder het mom van oprechte klokkenluider moeten ook zijn vroegere blauwe vrienden er aan geloven, of wat had u gedacht? Fientje Moerman heeft al mogen betalen, Dewael wordt via de politie-benoemingen aangepakt en nu moet De Gucht de Fortis-aandelen van diens schoonmoeder uitzweten. Dat laatste is voorlopig nog het gevolg van een anonieme klacht, maar niemand twijfelt er aan dat Dedecker hier ook zijn hand in zal hebben. Hij zat immers al klaar met commentaar bijna nog voor het bericht de wereld was ingestuurd.

Als hij iedere dag afwisselend een rode en een blauwe tussen zijn boterham wil leggen, moet vooral Tommelein weer uitkijken, want die heeft hij recent al een bratwurst genoemd. In lekkere vettige jus, had hij er wel niet bij gezegd, maar de bratwurst sprak hem meer tot de verbeelding dan bijvoorbeeld een lekker mals billetje van Fientje. Dedecker, Tommelein en Van De Lanotte, daar is Oostende te klein voor. De dag dat die het op de tatami zullen uitvechten slaat de schaal van Richter ongetwijfeld tilt.

Vorige week zat de klokkenluider bij Phara. Maar daar zal hij zelf niet zo gelukkig mee geweest zijn, want ook Tom Lanoye zat in de studio en Mia Doornaert, die er na haar bril- en face-lift uitziet als zowel de mijter als de moeder van Sinterklaas, gaf bij Phara toch maar flink tegengas aan Dedecker. Lanoye speelde met Dedecker. Eerst wou hij als columnist voor Humo weten of Humo toch niet zomaar het interview had afgedrukt zonder het eerst ter inzage voor te leggen. Dedecker voelde zich betrapt en Lannoye ging door, hij bond de klokkenluider het zeel aan tot hij machteloos hing te bengelen. “Waarom moet ik mij altijd verantwoorden”, was al wat hij nog kon uitbrengen. Ik ben de klokkenluider, waarom willen jullie niet geloven dat ik integer ben, dat ik geen zeurende calimero ben? Wanneer iemand, zeker een politicus, blijft herhalen dat hij iets is of niet is, dan is hij het niet of juist wel.

De VRT moet Tom Lannoye vaker tegenover gepatenteerde leugenaars zetten. Dan leert het publiek hen echt kennen. In het geval van Dedecker als een steriele mekkeraar die nooit iets constructiefs kan voorstellen. Nadat eerdere voorstellen van de man – 180 km/u op dubbeldek-autostrades – al snel in de Belgen-moppentrommel belandden, blijkt zijn vlaktaks, na berekening alleen de rijken ten goede te komen, terwijl Dedecker ermee pochte socialer te zijn dan de socialisten.

Ik hoop dat de Vlamingen volgende keer met Dedecker niet dezelfde fout maken als vorige keer met Leterme. Die heeft dan wel twee licenciaatstitels behaald en in theorie of in zijn eigen fantasie kan hij misschien een land leiden, maar in het echt?
Dedecker is nog veel erger, want die heeft geen opleiding en ook geen partij met traditie van studiediensten en mensen die het wel uitzoeken. Dedecker heeft zijn populariteit als judo-coach verzilverd, niet uit bezorgdheid voor het land en zijn bevolking, maar omdat hij de aandacht niet kan missen, omdat hij bang was voor het zwarte gat van de sporter, de vrees dat de Oostendenaren hem enkel zouden herinneren als die verzekeringsmakelaar in zijn zielig kantoortje met vergeelde sportfoto’s en een slechte service.
Zelfs nu leidt de tijd hem in de vergetelheid. Vandaag mediafenomeen, morgen vergeten. Daarom, laten wij hem een dienst bewijzen en een gele briefkaart sturen naar de WTV, de West-Vlaamse Televisie, met de bede van Jean-Marie Dedecker een eigen praatshow te geven. Laat hem daar van jetje geven, halve geheimen onthullen en sensatie spuien. WTV zal er wel bij varen. Ze zullen vooral plaatselijk scoren, maar mits ondertiteling zullen zij als nooit tevoren het landelijke nieuws halen.

Best van al vergeten we Dedecker als politieker. Niemand heeft er baat bij. Nu betalen we een miljoen euro voor hem en zijn gevolg van uitgerangeerden en nitwitten. Het zou pas van moed getuigen als hij dat miljoen weigerde en als een Don Quichote de strijd aanging met de politieke kaste, één tegen allen, en hen keer op keer met zijn relevante vragen en dossierkennis wist te vloeren. Dan zou hij terecht op handen worden gedragen als de Robin Hood van België, de redder in nood, de zuiverheid zelve. Maar Dedecker is niet in de politiek gegaan met hoge idealen. Als beroemd coach wil hij ook nu een ploeg rond zich, voor de illusie dat hij leiding geeft, om de anderen na een halve zin al vaderlijk te verbeteren. Jean-Marie weet het best, democratie op zijn Dedeckers.

Wat kunt u van LDD verwachten? Van Dedecker, buiten zijn roddels en schandalen? Wat mag u verwachten van zijn beroemdste partijgenote Ulla Werbrouck, die hij een lukratief plaatsje heeft bezorgd? Dat zij u een beenveeg geeft of dat zij u werpt? Destijds toen ze nog een bekend judoka was en handtekeningen uitdeelde moest ze telkens aan Jean-Marie vragen of Werbrouck met o-u-c-k werd geschreven of met o-e-k?
Met glimmende pretoogjes en een erectie in zijn stem als voorschot op wat zich al in zijn visioenen voltrok, zei hij dan: “Moet ik u weer ‘s billenkoek geven, Ulla? Dan zul je leren wat met o-e-k is.” Eens een macho in een pamperdoek…

HugoBe

21-11-2008

Geplaatst in Fantasie | Reacties uitgeschakeld voor Het gemekker van Dedecker

Trappen voor het geheugen

Hebt u dat ook, dat u lang op voorhand een verjaardagskaart koopt voor je zoon en ze niet meer weet liggen wanneer u ze moet schrijven?
Of dat u de kelder in loopt en daar staat rond te kijken om een visueel aanknopingspunt te vinden dat je herinnert wat je daar komt doen? Of dat u ondanks het gure weer zegt dat we barbecue gaan eten omdat je niet meer op het woord fondue kunt komen?
Soms heb ik de indruk dat er een deur openstaat in mijn bovenkamer, dat het klassement van het geheugen overhoop wordt gehaald, dat ik het door sleet niet meer weet.
Het stormt daar soms, vooral ’s nachts.
Vorige week zei ik bij het ontbijt tegen mijn vrouw dat ik gedroomd had dat mijn schoonvader drie puppy’s, kleine hondjes, achterin de tuin had begraven. Ik had ze al spittende gevonden en ze leefden nog, na meer dan twintig jaar. Ze lagen een meter onder de grond in water, ze waren groot geworden maar hadden nog altijd geen haar. ‘Maar wij hebben thuis nooit een hond gehad’, zei mijn vrouw.
De vriendin van mijn jongste zoon zag daarin een bewijs dat ik nog niet kan aanvaarden dat mijn drie kinderen nu volwassen zijn en inmiddels alle drie het huis hebben verlaten. Ik moet opletten aan wie ik mijn dromen vertel.

Maar dromen zijn niet meer dan experimenten van de klassementsbedienden die zich amuseren met de fiches terwijl de baas slaapt en niet oplet.
Bij geheugen moeten zij werken en tonen dat hun klassement terug op orde zit.

En wat dan met versprekingen? Zit er dan een stagiair in de taalkamer? Of een grapjas?
In mijn geval vrees ik het tweede. Hij deed mij ooit “scheurduif” zeggen, wanneer ik het woord “schuifdeur” wou opdiepen. En dat dit niet met een verouderde fichebak te maken heeft bewijst mijn tot dan toe meest hilarische verspreking.

Ik was nog tiener en had nog maar zelden Frans moeten spreken buiten het klaslokaal.
Bij een van mijn eerste vakantiejobs op een expeditiebedrijf werd er nauwelijks in het Nederlands verhandeld. Tijdens de middagpauze moest ik de telefoons aannemen. Wanneer mijn correspondent dan te snel Frans sprak of ik het gewoon niet begreep kreeg ik geen brok meer door de keel. Mijn truuk was dan dat ik eerst een paar keer “Hallo, hallo…” zei en dan even niks om de indruk te wekken dat de lijn verbroken was, of met krakende stem enigszins vanuit de verte zeggen “je vous entends très mal…” .
Op een keer insisteerde de man aan de andere kant van de lijn om de baas te spreken.
Tja, die was er niet en toen zei ik de toch wel mooie woorden :”il rentre dans un coeur d’art”
in plaats van “dans un quart d’heure”. Ik weet niet of de man dacht dat ik op een verbloemende wijze wou zeggen dat de baas naar de miekes was, maar de verbinding werd meteen verbroken.

Het geheugen dat is ordening en concentratie. En ik heb de indruk dat fysieke inspanning daarbij helpt. Iedere morgen ga ik voor dag en dauw fietsen. Zo vroeg, enerzijds om te vermijden dat fietsers op dunne tuben mij genadeloos voorbijflitsen en mijn illusie vertrappen dat ik ook doortrap, maar ook omdat het de beste manier is om wakker te worden. Dauwtrappen voor lichaam en geest. En daarna een verfrissende douche. Misschien komen er al trappende stoffen vrij in de hersenen die de hersenmannetjes aanporren en deurtjes openen om dan als een tsunami van endorfines de neurotransmitters aan te klikken en als spic & span de chaos van de nacht met één veegbeweging op te ruimen.

Ik was nog niet halverwege mijn fietsparcours of daar ging het licht aan in mijn achterkamer: die verjaardagskaart, ja natuurlijk, die had ik weggelegd in het tweede schuifje onder de tv op de slaapkamer, omdat mijn zoon daar nooit zou kijken en zijn wenskaart voortijdig vinden.
Wanneer ik thuis kom blijkt de bergplaats te kloppen. Ook andere akkefietjes waar je gedachten gedurende nachten in slow-motion op doormalen blijken na zo’n ochtendlijk fietstochtje tot het-niet-overdenken-waard herleid te zijn.
Trappen voor het geheugen, misschien moet ik er een patent op nemen of voorstellen als format voor een nieuw reality-programma.

Mijn geheugen en ik. We zijn zo met elkaar vergroeid en toch kennen we elkaar niet zo goed.
Ik wed dat daar boeiende documentaires over zullen bestaan. Als wetenschappers zelfs uitvogelen dat dennenhars een perfect medicijn is tegen vliegangst, dan moeten ze toch ook over het geheugen nadenken?
Christine van Broeckhoven moet daar interessante dingen over kunnen vertellen. Wie de hersenen onderzoekt naar de toegangswegen van dementie, moet onderweg toch ook al langs de nog actieve klassementslokalen van het geheugen zijn gepasseerd?

Aan een huisarts moet je dergelijke dingen niet vragen, de kans is groot dat hij geheugenverlies veinst. Aan mijn specialist moet ik het ook niet vragen. Die heeft een anale fixatie, wat niet zo verwonderlijk is want hij onderzoekt mijn darmen. Wanneer we achteraf in zijn bureau de situatie bespreken kijkt hij mij nooit aan. Is hij in de war omdat hij tevoren uitgebreid naar mijn gat heeft gekeken? Ik weet het niet. Soms denk ik dat hij alvorens zijn camera voor de coloscopie in te brengen, stiekem een foto van de grote ingang/uitgangspoort maakt en ter identificatie, waar anderen een pasfoto gebruiken, op mijn dossier pint.
Ik ga al jaren bij hem op consultatie, maar toen ik hem voor enkele weken in het theater tegenkwam, deed hij alsof hij mij nog nooit gezien had. Misschien moet hij ook maar eens
gaan trappen voor het geheugen, maar ik ben niet van plan mijn broek af te steken om een goeiedag van hem te krijgen.

HugoBe
21-11-2008

Geplaatst in Fantasie | Reacties uitgeschakeld voor Trappen voor het geheugen

Marin’eau de Cologne

Ik wou dat ik een cartoon kon tekenen. Van Leterme die loopt te paraderen dat hij Fortis gered heeft ‘voor de mensen’. Hij ziet niet dat achter hem Neelie Kroes en Sarkozy respektievelijk “leugenaar” en “kletswijf” staan te roepen. Hij is zich nog minder bewust van de 1,3 miljard Chinezen die als tsunami over de volledige achtergrond komen aanrollen om hun geld terug te eisen van Leterme.
Verzekeraar Ping An had niet minder dan 1,8 miljard euro geïnvesteerd in Fortis. België had een contract afgesloten met China dat er geen privé-investeringen zouden worden genationaliseerd. En dat is net wat Leterme met Fortis deed. Dus zegt de Chinese regering, die clausule geldt ook voor jullie, hier met dat geld of we boycotten België tot jullie zwart zien. Cuba kent dat, van Amerika. Maar Cubanen hebben mooi weer en nog mooiere vrouwen, rum en havanna’s. Als China ons boycot vliegen wij voor altijd in de hoek van de melkweg, als proletariërs zonder weerga en zonder toekomst.
Leterme heeft al laten weten dat hij dat in “discretie” zal regelen. Laat hij “en stoemelings” geld drukken bij vrienden-drukkers Robaeys uit Wervik of Dejonghe uit Ieper, in ruil voor gratis verkiezingsdrukwerk volgend jaar?
Zouden we niet beter Leterme de ruimte inschieten in plaats van Frank De Winne? Het zal alleszins goedkoper zijn en ons verder onheil besparen. Want dit kan hij niet in de vergeetput gooien zoals vorige stommiteiten. Of zogenaamd uit handen geven om een ander zij nek te laten breken. Zie maar hoe Peeters, op een moment dat iedereen recessie roept, in het doodlopende straatje van communautaire onderhandelingen werd gestuurd. En alsof dat niet triest genoeg is komt dat blozende blondje uit Lanaken daar nog wat bij kwetteren en kwaken.
Van Parijs wordt in de partij wel eens spottend ‘notre dame’ genoemd, en van Van Mechelen wordt gezegd dat ook zijn toren nooit is afgeraakt. Maar wie Keulen zegt, zegt spontaan dom. Dom van Keulen. Zeker als je op zijn webstek nog eens de interviews bekijkt en beluistert die de man de voorbije dagen op radio en tv heeft gegeven. Zelf zal hij zeker fier zijn dat hij 30 minuten ‘Keien van de Wetstraat’ heeft volgekletst, maar samen met De Vadder en Cools zal iedere kijker hem een koppig kind gevonden hebben, dat stampvoetend blijft vasthouden aan zijn gelijk en, zoals Leterme in het begin van mijn verhaal, blind is voor het grotere geheel.

‘Benoem de burgemeesters en BHV is gesplitst en Vlaanderen kan meer autonomie binnenhalen’, zei Katleen Cools. De raad van Europa en de Verenigde naties mogen hem in het ongelijk stellen, de wereld mag vergaan, de Chinezen mogen ons buitengaats de wereld zetten, het kan allemaal, maar die burgemeesters mogen géén Franse brieven schrijven naar Franstaligen. Ook al spreekt ondertussen 80 % van de inwoners Frans en hebben die hun burgemeester democratisch verkozen.

Niemand verhindert Vlamingen massaal in die gemeenten te gaan wonen om het evenwicht te herstellen. Niemand heeft Vlamingen tegengehouden toen ze generatie na generatie verfransten. Taal leeft nu eenmaal. Jouw taal is die je van je moeder leerde, niet die aan de bodem kleeft waarop je loopt. Verkleefdheid met de bodem eindigt altijd in één grote smurrie. Misschien sprak je moeder dialect en ben jij geëvolueerd naar verkavelings-Nederlands, of spreek je voor het werk zoveel Frans, Engels of Chinees dat je die taal geadopteerd hebt.
Meestal spreken we de taal van onze omgeving, hoewel de keuze van een taal afhankelijk is van veel meer factoren. Maar jouw persoonlijk welbehagen is altijd het belangrijkste.
Vroeger straften Vlaamse scholen kinderen die op de speelplaats Vlaams durfden spreken. Een gemeenteraad met Franstaligen verplichten Nederlands onder elkaar te spreken omdat het gemeentehuis op Vlaamse bodem staat, is in feite een even tegennatuurlijke reactie. We veroordelen zij die oorlog voeren omwille van hun geloof, maar vinden het terecht dat we buren verwensen die alleen maar een andere taal spreken, al gaan we naar dezelfde kerk en naar dezelfde beenhouwer. Spreken doen we nooit met elkaar, tenzij vervloekend met schuim op de lippen.

Marc Platel praat in Kraainem wel met zijn Franstalige buren, maar vindt ‘le droit de la personne’ misplaatst en begrijpt niet dat er Vlamingen zijn die over de Vlaamse geschiedenis heenstappen en willen praten over het aansluiten van Kraainem en andere faciliteitengemeenten bij Brussel, om vooruit te geraken in Vlaanderen.
Politiek was vroeger geven en nemen, nu wil men alleen nog nemen. Peeters is niet van gisteren, maar redeneert pragmatischer, zoals hij het leerde in het bedrijfsleven. Daar telt nog het spel met de knikkers. Zoals vroeger op de speelplaats. ‘Als jij absoluut die grote witte knikker wil, dan krijg je die in ruil voor tien doorzichtige met vlammekes’.

Alles evolueert. Wat gisteren wet was is vandaag een vragende “wàt”?
Taal is een deel van je identiteit. Wie zeker is van zijn taal, is zeker van zichzelf en zijn open geest hoort het in Keulen donderen als Marino zijn landsknecht-trom roert. Hij is een van de vele “bange blanke mannen”.
Zo beschouwd zal het een zegen zijn wanneer we allemaal Chinees moeten leren om te overleven.
02-12-2008

Geplaatst in Pol & Soc & Fictie | Reacties uitgeschakeld voor Marin’eau de Cologne

Een gelukkig Nieuwjaars-concert

(en voor het Midden-Oosten la même chose)
Bestaat er een grotere traditie dan het Nieuwjaarsconcert uit Wenen? Ik kan er niet zo direct een concurrent voor bedenken. De zondagsmis telt niet mee, want die hebben we al lang aan ons laten voorbijgaan. Ik denk dat het Nieuwjaarsconcert al zo lang wordt uitgezonden als wij thuis tv hadden. Daardoor zou het kunnen dat ik niet één jaar gemist heb. Uiteraard heb ik ze niet allemaal in perfecte conditie van eurovisiebeeld tot springschans uitgezeten. Maar dat geeft niet want halve concerten en speciale omstandigheden geven de traditie vorm. In zware uitgaansjaren liet ik me voor het concert uit mijn bed zetten, hoe laat het ook geweest was, rode ogen of niet. Maar ik moest minstens der blaue Donau en de Radetzky meepikken. Hoe kon een nieuw jaar anders starten? Ik maakte mezelf wijs dat de muziek mijn houten kop masseerde. Tegenwoordig hebben we al uren tevoren ontbeten, zodat een klein alcooltje mag meewalsen met de muziek.
Dit jaar heeft de Wiener Philharmoniker Daniel Barenbaum als gastdirigent uitgenodigd. Voor één jaar, voegt de commentator er onmiddellijk aan toe, want volgend jaar komt die Fransman van vorig jaar alweer terug. Als die dan nog leeft, denk ik, want op je 84ste wil je wel eens langer slapen als je al niet helemaal ingeslapen bent.
Zou die éénmalige passage van Barenbaum er mee te maken hebben dat hij iets over de oorlog in de Gaza wou zeggen? Hij maakte inderdaad van de traditionele nieuwjaarswensen gebruik om een oproep te doen voor vrede en menselijke rechtvaardigheid in het Midden-Oosten. Ik had meteen spijt dat ik hem kort tevoren een opgeblazen Kiefer Sutherland had genoemd.
Misschien was het niet met de bevoegde instanties doorgesproken en trotseerde hij daardoor alle denkbare banbliksems en zet dat ene zinnetje een punt achter zijn carrière. Langs de andere kant kon hij zich geen groter podium wensen. Op 1 januari kijkt immers heel de wereld naar de gouden zaal van het Wiener Musikverein. Iedereen wil minstens een uurtje genieten van de walsende muziek en het balsemende ballet, de illusie van even vrede in de rust en schoonheid van de beelden.
Ook ik zat tevoren nog te denken, als al die gekken die in naam van hun God oorlog voeren naar het Nieuwjaarsconcert zouden kijken, zou de wereld er misschien anders uitzien. Wie geraakt wordt door schoonheid wil de andere toch niet raken met wapens. Mijmeringen mogen bij een Nieuwjaarsconcert, zolang je blijft weten dat wensen geen wetten zijn…
En dan maakt Barenbaum een diepe kras op het mooie plaatje, haalt hij ons met sterke koffie uit onze Nieuwjaarsroes. Zijn oproep won nog aan kracht omdat hij zelf Israëlische roots heeft. Bij mijn weten, maar ik ben de eerste om toe te geven dat ik niet veel weet, is hij de enige Israëliet die in het openbaar dit statement heeft gemaakt. Zeker niet iemand van onze Joodse vrienden in Antwerpen. Marinower, om onze joodse politicus te noemen (Open-VLD) en Freilich van Joods Actueel hebben wel van zich laten horen, om te klagen, niet om zich te distantiëren van het arrogante en weerzinwekkende offensief van het Israëlische leger, maar om hun beklag te maken over het protest dat daartegen wordt gevoerd. Het lijkt wel 70 jaar geleden, zegt Freilich vandaag in de krant. Dat klopt, maar niet zoals hij het bedoelt.
De wereld zit vreemd in elkaar. Amerika sponsort altijd met plezier en vele miljarden ‘ oorlogstuig’ en zwijgt. Hilary Clinton, heel binnenkort de nieuwe minister van buitenlandse zaken, wordt financieel gesteund door de Joodse lobby. En ook ‘the great black hope’ Obama zal Israël geen opmerking maken. Integendeel zelfs, met een niet correct verhaaltje heeft hij al partij gekozen. ‘Als mijn huis waar mijn kinderen slapen bekogeld wordt, zal ik er ook alles aan doen om dat te stoppen’, zei hij. Hij vertelde er niet bij dat de ‘bekogelden’ hun belagers al decennialang het leven onmogelijk maken, dat zij hen met blokkades als ratten in een val zetten achter een zeven meter-hoge muur, dat zij hen in dat onleefbare ghetto uithongeren, water en elektriciteit weigeren, dat zij hen van uit de lucht met onbemande vliegtuigen beschieten…
Israël is meer dan een bezetter, Israël wil dat de Palestijnen verdwijnen. De onnozele zelfgemaakte raketten van de Palestijnen zijn een welgekomen excuus om hun bombardementen te starten en hun maandenlang voorbereidde aanval met een grondoorlog uit te breiden. Eén dode hebben al die zogenaamde raketten opgeleverd. Wellicht viel die metalen buis recht op diens kop. Moesten die raketten ravages aanrichten en meer slachtoffers maken, wees er dan maar van overtuigd dat we overspoeld zouden worden met beelden. De Israëlische bombardementen hebben daarmee vergeleken op slechts enkele dagen tijd meer dan vijfhonderd doden gemaakt, een meervoud aan gewonden in ziekenhuizen geschoten en gebouwen, straten en pleinen vernield. Ook daar zijn geen beelden van. Israël duldt geen pers of andere pottenkijkers.
Oproepen van de verenigde Naties, wereldwijde betogingen, de conventies van Genève, hun eventuele geweten of menselijk fatsoen, alles leggen zij naast zich neer.
Sinds het begin van de tijdrekening worden Joden vervolgd en dat is een trieste geschiedenis die nooit mag vergeten worden evenals de Holocaust de bekendste tragedie uit die geschiedenis, maar de slachtoffers van toen zouden met zekerheid hun nazaten veroordelen wanneer die op hun beurt een volk uitmoorden, niet eens uit haat, maar om de praktische reden dat ze voor zichzelf meer plaats willen in dat gebied. Maar de wereld draait door en het uitmoorden van een volk wordt vakkundig ontmenselijkt in de berichtgeving : “de grondtroepen hebben Gaza-stad omsingelt”, of, “volgens Barak schiet het offensief goed op, maar zijn de doelstellingen nog niet bereikt.” ” Israël maakt gebruik van clusterbommen, want Israël heeft het verdrag dat het gebruik van clusterbommen verbiedt niet ondertekend…”
Het is de plicht van de pers de ongelijke strijd tussen David en Goliath te blijven benadrukken. De vermoorde onschuld is de grote moordenaar geworden en de wereld kijkt toe, verlamd door het complex van een historisch schuldbesef. Ook al zijn we meer dan zes decennia verder. Ik begrijp dat niet. Stel dat mijn grootvader twee generaties geleden vermoord werd, heb ik dan vandaag ook het recht van ongestraft te moorden, omdat mijn volk dat nog tegoed had van toen?
Ik wil “nooit meer oorlog”, nergens ter wereld. En als dat teveel gevraagd is neem ik graag vrede met “nooit meer Leterme in België”.
03-01-2009

Geplaatst in Pol & Soc & Fictie | Reacties uitgeschakeld voor Een gelukkig Nieuwjaars-concert

De vissen van Babbelonië

De VRT-nieuwsdienst zoekt, naast de grote verkiezingsshow, weer de grens op tussen informatie en entertainment met een ludiek item in de Zevende Dag. ‘De vissen van Babbelonië’ is de werktitel, en de idee zou aangeleverd zijn door een van de gasten van de Zevende Dag. Hij vergeleek het politieke debat met een bokaal uitgehongerde piranha’s die een malse biefstuk toegeworpen kregen, met dit verschil dat de vissen als gekken de biefstuk verslinden en niet elkaar.
Toen Indra Dewitte opmerkte dat die politiekers achteraf aan de bar echt wel vergeten dat ze elkaars tegenstrever zijn, was de reactie: “ik zou het geloven dat die mannen alleen maar een show opvoeren, als je ziet hoe eendrachtig ze naast het onderwerp van discussie praten, “noyer le poisson”, zeggen ze in het Frans.
Ik heb de voorbije weken de uitzending gevolgd en het Piranha-gedrag is inderdaad ongelooflijk. De moderator opent de debatten, en bij wijze van presentatie mag iedere kandidaat rond de tafel zijn mening formuleren, meerderheid tegen oppositie. Het hoofdschudden, blazen en snuiven is meteen begonnen. De moderator stelt een controversiële vraag aan een van de partijen en hupsakee het hek gaat van de dam.
De bevraagde geeft een antwoord, de opposant praat er door heen, de collega van de eerste, meerderheid of oppositie springt bij of opent een nieuwe piste tot iedereen aan tafel in het rond tatert. In een Babylonische spraakverwarring, een gekakel dat horen en zien doet vergaan. Argumenten zijn er niet meer, alleen verwijten gaan nog heen en weer, het crescendo klimt tot geen enkele zin nog kan worden verstaan. Het onderwerp wordt verlaten, net als de beschaving, in een teveel aan gezever wordt de vis verdronken. Op naar het volgende item, Sabine, allemansboezemvriendin, doet het weer.

Ik heb gehoord dat er een dode vis in beeld zal verschijnen wanneer het onderwerp kapot is gepraat. Vooraf zal de kijker via SMS kunnen gokken naar dat tijdstip. Er zal een timer in beeld meelopen om het nog spannender te maken en het scherm zelf zal van onder naar boven vollopen met water. Staat het scherm volledig onder water en is de vis nog niet verdronken, dan verdrinken de pratende politici. Niet echt natuurlijk, want zij zitten droog in de studio. Er wordt gefilmd door een wand met water.

Op de politiekers mag voorlopig nog niet gewed worden, maar dat wordt onderzocht, net als eventuele schadeclaims van Vier, want die werken al jaren met schaars geklede nimfen die vanuit een waterbokaal de wrevel om een nieuw reclameblok moeten verzachten. Maar naar het schijnt zwemmen die vrouwen echt onder water zodat er geen vergelijk is met het faken van de politiekers bij de VRT.

Ik heb Landuyt aan het werk gezien maar dat is geen blijver. Hij spreekt te stil en te traag, daarmee vergeleken is Annemans een brulaap, maar ook te traag en die lacht te veel, wat de strijdlust niet ten goede komt. Alleen al om de competitie en de controverse zal Dedecker vast pannellid worden, en natuurlijk ook omdat hij een contract heeft met Siegfried Bracke.
Omdat er geen tweestrijd groter is dan die van de brulldozers van de Oostendse vismijn, verwacht ik dat ook Tommelein elke week in de “vissen van Babbelonië” zal terugkeren, maar dan mag hij natuurlijk niet veel meer uitzetten, want niet iedereen heeft breedbeeld-televisie.
Meyrem Almaci lijkt me ook een geschikte spraakwaterval. Als lid van verschillende minderheidsgroepen: vreemde origine, Groen en vrouw, kan zij de vaste underdog worden. Marinower heeft zijn naam mee als het over water en underdogs gaat, maar die kan maar over één onderwerp meepraten. Wat me bij Bart de Wever brengt, maar die heeft zijn plat préféré, “een vette vis”, al gehad met zijn te lange deelname aan de Slimste Mens.

Wie verbazingwekkend genoeg helemaal geknipt is voor dit programma is Servais Verherstraeten. Deze advocaat uit Mol, een gemeente waar doorgaans vrolijker volk woont, kan ongestoord blijven praten, ook al beseft hij dat niemand naar hem luistert. Laat dit nu net een eigenschap zijn voor dit programma.
Zijn blik is te droef voor woorden en ook zijn lichaamstaal zegt niks, maar hij sleept al een lange geschiedenis van geschoren worden met zich mee en dan leer je stil zitten.
Als je bovendien Servais heet is het niet verwonderlijk dat niet alleen zijn Franstalige collega’s hem petit Gervais noemen. ‘Dat zijn de lekkerste’, is zijn verweer dat hij net niet in snikken uitbrengt.
Gelukkig voor zijn eigendunk is hij goed ter taal, maar als wapen kan hij er nog altijd niks mee. En dan te bedenken dat hij vroeger zelfs die verbaliteit niet had.
Aan het St.- Jan Berchmanscollege in Mol was zijn bijnaam “‘t servietteke”. Op zich is dat niet zo erg, maar omdat hij bovendien zo’n triestige weerloze plant was kwamen de grotere jongens plagend hun neus aan zijn trui of zijn jas afvegen. Toen hij vervolgens naar de unief ging, kwamen medestudenten in de Quick zelfs hun ketchupmond aan zijn proper wit hemd afkuisen. En daar liep “’ t servietteke” dan, op het eerste zicht bloedend aan de buitenkant, maar de echte wonde zat van binnen.
Thuis heeft hij nooit op veel steun moeten rekenen, want daar noemden ze hem van de dag na zijn geboorte “ons Pierke Verdriet”.

Als droefheid troef is, dan kan Servais Verherstraeten via de “vissen van Babbelonië” helemaal open bloeien. Eindelijk kan die inwendige trots naar buiten komen. Pierke Verdriet of niet. Hij verdient het, ik wens het hem zelfs toe.
Dat Leterme maar oppast. Die mag dan al het vleesgeworden “verdriet van België” zijn, zelfs een petit Gervaiske wordt ooit groot.

16-02-2009

Geplaatst in Pol & Soc & Fictie | Reacties uitgeschakeld voor De vissen van Babbelonië

Axelle Red in Biafra

Let niet op de titel maar op het beeld dat daarachter zit. En dat zit juist. Ik weet dat het meisje uit Hasselt voor de carrière in Parijs woont, maar “figuurlijk” is ze een Biafraantje. Hoe wit zij er ook uitziet, ze heeft iets met zwartjes. Als ambassadrice voor Unicef bijvoorbeeld, wil zij met onze steun ‘ondervoeding’ Afrika uit helpen. Was ik een zwart kindje, ik zou beledigd zijn. Zelfs ondervoed zien die kindjes er gezonder uit dan Axelle Red. Bovendien lachen die nog op alle foto’s, wat Axelle niet meer lukt. Niet op de foto’s uit Afrika, niet op de foto’s voor Hampton Bays. Wie wil er nog op de vlucht naar Europa als men zo’n zielig voorbeeld ziet? Met rietstengels van benen die meestal krom en scheef staan. Kijk maar eens op de kaft van Jardin secret.
Ik schrok nog het meest toen ik in de krant de aankondiging zag voor een concert “15 jaar Axelle Red”. Ik dacht eerst dat het een foto was voor Broederlijk Delen. Blijkt het de foto te zijn voor de singel “living in a suitcase”. Zo’n titel bekt beter dan “Living in a biljartkeu-etui”, maar op de maat van Axelle zou dat evenzeer kunnen.
Ik hoor Axelle liever fluisteren in het Frans. Voor soul mist ze kracht zoals ondermeer in dat nummer blijkt, maar, en die mag gerust in hoofdletters, zij zingt haar eigen woorden en dat is dichter bij de ziel en dus authentieker dan de orkaan van de Kempen, de diva van de Wibra, Natalia ooit vermag.
Ik schrijf graag en zal daarom nooit teksten van anderen gebruiken, maar één keer, door tijdsgebrek of was het omdat ik me zo aangesproken voelde, heb ik een tekst van een ander naar mijn vrouw gemaild. Ik zou het niet beter kunnen zeggen, schreef ik er bij, in de hoop dat zij mij die tekst ’s nachts in mijn oor zou fluisteren. Het was ”Parce que c’est toi” van Axelle Red.
Maar terug naar de Axelle Red die plots in het Engels zingt. Ik denk dat Parijs haar geen deugd doet. Mama Demal (Fabienne Demal is de echte naam van “Axelle Red”) mag haar dagelijks Limburgse vlaaien sturen, met kruisbessen, kersen, pruimen of appel, papa Demal mag een directe lijn Hasseltse graanjenever naar dochterlief aanleggen, Axelle zal ginder blijven verkommeren.
Liedjes zingen, het leed van de wereld dragen, allemaal goed en wel, maar als je geen bakker binnen durft om een Frans brood te vragen uit schrik dat ze naar je benen zullen kijken welk been gerepareerd moet, heb je een probleem.

Misschien moet ze wel terug naar Limburg. De Fransen gaan haar toch laten vallen nu ze Engels zingt. Koolsteenengels hoort trouwens meer thuis tussen de terrils van Limburg. Laat ze dan naar het bronsgroen eikenhout terugkeren. Ver weg van de Parijse studio’s waar zij tot haar tachtigste iedere zondag op tv moet komen, zie maar naar Johnny Halliday, Juliette Gréco of CloClo. Hier zijn ook programma’s genoeg waarin zij haar nieuwe CD kan promoten. In de voorbije weken zag je Axelle in Het Nieuws, in De Zevende Dag, bij Phara, in De Laatste Show, in De Rode Loper, in het weerbericht, in het Opsporingsbericht, in Man bijt mond… Niet één keer had ze haar haar gewassen. En overal ging ze vertellen hoe pijnlijk Botox in je lippen is en dat de zwarten van Barry White nu bij haar spelen en andere wetenswaardigheden die ook sur le plateau van TF1 verteld worden.

Ik stel voor dat we haar met haar honger naar Limburg gaan helpen. Haar website is www.axelle-red.com. Ga daar al ‘s kijken hoe het met haar gesteld is. Heb ik overdreven in verband met die foto’s ? Je kunt haar moed mailen, maar je moet natuurlijk niet beginnen meelzakjes naar haar te mailen. Dat zou de indruk kunnen geven dat zij melig klinkt en verder kan zij er toch niks mee. Unicef en Artsen zonder Grenzen sturen ook meel naar de ondervoede zwartjes , ook al weet iedereen dat daar geen bakkers zijn die er mee aan de slag kunnen, maar toch. Niet doen.
Stuur liever Limburgse vlaaien naar haar management. Dat is Music and Roses, dat ook voor Hooverphonic en Daan werkt. Adres: Music and Roses, av. Winston Churchill 157 – 1180 Brussel. Vraag daarbij wanneer Axelle eindelijk in de Ethias-Arena optreedt. Nathalia is er al mogen optreden. Axelle niet. Dat moet in evenwicht gebracht worden. Eén keer Nathalia is goed voor meteen drie keer Axelle Red. Het zal Steve Stevaert van Ethias en Limburg plezieren. En ook de beroemdste Hasselaar. Neen, dat is niet Axelle Red, maar wel Willy Claes. Laat die ook eens Axelle begeleiden, hij heeft het jaren met Koen Crucke gedaan, laat hem dat eindelijk ‘dunnetjes’ over doen met Axelle. Jos Ghijsen is te oud om nog te presenteren. En dan wordt het helemaal Limburg allein. A tribute to Jo Erens. Ik stel voor dat iedereen die een peperkoeken hart voor haar meeheeft gratis binnen mag. Maar er niet mag mee werpen. Ook niet met eventuele taarten, zeker niet met tomaten of eieren. Dat is inderdaad voedzaam voor haar, maar met een mondvol kan ze nog minder zingen. Haal haar eerst maar naar de Ethias-Arena. In de plaats van het Sportpaleis voor een jubileum 15 jaar Axelle Red.
Ik zal dit voorstel alvast met een briefje in een flesje genever naar haar man sturen, die is tenslotte de baas van Music & Roses. Maar niet thuis, daar blijft ie ook op zijn honger.
12-03-2009

Noot: Biafra lag in het Zuid-Oosten van Nigeria, het was onafhankelijk van ’68 tot ’70, dan werd het gerecupereerd door Nigeria.

Geplaatst in Dagklapper | Reacties uitgeschakeld voor Axelle Red in Biafra

Ren Renders ren

In “Trappen voor het geheugen” (zie verder) had ik verteld dat ik dagelijks voor dag en dauw een halfuurtje ga fietsen. Sinds enkele weken doe ik er een halfuurtje joggen bovenop. Fiets in de garage en onmiddellijk het park in. Frank Vanderlinden liep zo 20 kilo kwijt. Voorlopig heb ik nog geen resultaat. Frank liep daarvoor driemaal per week een vol uur. Ik ben nog in opbouw. Op mijn manier. Evy Gruyaert en haar start2run kunnen mij gestolen worden. Ik wil niet lopen met Evy op de Ipod, terwijl de vogels in het park zoveel mooier zingen. Zij zien mij graag komen. Net als de eekhoorntjes. Die lopen een eindje met mij mee en springen ondertussen van boom naar boom en ruiken aan de streep carbolineum die de mens op de bomen heeft gesmeerd.

Ik heb een parcours waar ik de eerste twintig minuten geen mens tegenkom. Niemand die ziet hoe ik – net niet – neerstort in de strook mul zand die ik door moet voor ik aan de lichte helling van het bruggetje kom.
Iedere dag opnieuw heb ik het gevoel dat het vandaag niet zal loslopen, dat ik moet stoppen. Ik zoek het bij wat ik gisteren at, of mijn nachtrust meer dan anders verstoord werd, vraag me af of ik meer weeg dan gisteren, of ik niet beter eerst naar het toilet was gegaan, of ik niet flink genoeg ben vandaag? Om dan, op ongeveer altijd dezelfde plaats, het gevoel te krijgen dat mijn lichaam zijn protest staakt en meewil. En dat is belangrijk, want tegen die tijd passeer ik de centrale as in het park waar fietsers passeren op weg naar school of werk, waar vroege wandelaars hun hondje buitenlaten en enkele Indiërs een wedstrijdje snelwandelen houden. ‘Morning’ zeggen ze in het voorbijgaan. Ik antwoord met een rust alsof ik hen van op een terrasje gadesla. Maar dat is flauwekul natuurlijk, want van binnen roepen mijn spieren om meer zuurstof en protesteren mijn longen voor die dwangarbeid op dit onchristelijke uur.

Ik zorg er voor dat ik niet sneller, maar mooier loop. Rechter op, de knieën iets hoger tillend, de armen zwierend in cadans van de benen, terwijl ik heupen en rug een beetje over en weer laat wiegen om de indruk te geven dat het maar een spelletje is, dat ik nu vooral relax van het park wil genieten en eigenlijk veel sneller kan als ik wil. Meestal zing ik liedjes in mijn hoofd. Voor het ritme maar nog meer als afleiding. Want pijn verdwijnt mee met de aandacht. Ik beeld me nooit in dat ik een echte loper ben, een Bekele of Brydenbach, maar sinds vorige week lopen mijn gedachten een andere richting uit.

Omdat Kim Clijsters terug gaat tennissen en in de trammelant die daar aan voorafging, iedereen voor de camera werd gehaald tot haar gynaecoloog toe. En dan, volgende beeld, Marleen Renders op training in het bos. Zwanger van haar derde. Maar daar was niks van te zien. Dat was meer dan een Aha-Erlebnis voor mij. Ons Marleen huppelde als vanouds aan een draadje, de grond nauwelijks beroerend, de punten van de ellebogen buitenwaarts naar achter.
De enkele keren dat ik haar marathon zag lopen, op de Olympische Spelen, in Parijs of Berlijn, zou ik aan de achterkant van mijn tv gaan kijken om haar toch maar te blijven zien, wanneer ze de kopgroep moest laten gaan en in de achtergrond verdween. Als ik kon zou ik Paula Radcliffe van het scherm duwen, want ik wou alleen Marleen Renders zien. Omdat niemand liep als Renders, sneller wel, maar mooier niet.
Renders was alleen benen en armen. Geen buik, geen borsten, alleen fijne lijntjes eindigend op bolletjes voor kop, handen en voeten. Zoals we vroeger the Saint in een enkele witte lijn tekenden, maar dan zonder aureool.
Marleen Renders moest wel perfect zijn, zij was door haar naam voorbestemd. Als je duizenden keren Marleen Rende… moet schrijven dan vul je dat in gedachten als een mantra aan met “Marleen rende dag en nacht”. Mocht zij Marleen Kenders geheten hebben, zou zij een ongenaakbare bolleboos zijn geworden. ‘Marleen kende alles van A tot Z.’ Nomen est omen.

In ieder geval, ik had haar teruggezien en ’s anderendaags dacht ik aan haar wanneer ik
bij het lopen iets minder vooruit kwam. Mijn armen gingen hoger, de ellebogen achteruit, mijn passen iets groter, uiteraard niet zo groot als zij haar passen nam, meisjes kunnen om begrijpelijke reden de benen verder scharnieren dan jongens.

Sinds vorige week wil ik Marleen Renders zijn. In het diepst van mijn gedachten. Vroeger was ik vaak ‘god in het diepst van mijn gedachten’, tot er iemand zei: ”dan weet je toch dat je niet bestaat?”
Maar Marleen bestaat. En ik weet wel dat ik haar niet kan worden, want zij is dat zelf al en ik weeg het dubbele van haar als ik twee jassen aantrek en een rugzak vol meesleur en zij daarentegen helemaal in haar blootje staat. Daar moet je niet voor kunnen rekenen, verbeelding volstaat.

Ik heb gehoord dat ze maandag in de finale van Eeuwige Roem staat, maar daar kijk ik niet naar. Marleen Renders zit van vroeger in mijn hoofd en zo zit ze daar goed. Als atlete, niet als figurante in het circus van Bruno Wyndaele.

Zij is nu fitness-instructrice in de kinesistenpraktijk van haar man. Goed voor haar, maar ik wil haar als mental coach wanneer ik ga joggen. In mijn hoofd. Dat ik maar “Marleentje, Marleentje” moet roepen als mijn armen zakken en mijn adem stokt, om meteen weer licht als zij verder te huppelen. Verder moet dat niet gaan.
Ik heb ook zo’n grote Ray-Ban als zij, maar die zet ik niet op als ik Marleen Renders wil zijn. Ik loop tenslotte om 7 u in de ochtend.
29-03-2009

Geplaatst in Dagklapper | Reacties uitgeschakeld voor Ren Renders ren

De appel van Eva Boonen (heet coke)

Boonen is de populairste sportman van het land. Kinderen dragen hem op handen, vrouwen willen hem in hun handen, in hun armen en verder némen. Thuis heeft hij een lieve Lore die nog meer van hem houdt dan al die supporters samen. Een gewone mens hapt hier al naar adem, zwijmelt misschien bij zoveel chance, maar bij Boonen gaan de gelukzaligheden nog verder. Hij heeft ook nog een prachtige villa om in te wonen, een loon dat in de miljoenen loopt en bazen en verzorgers die in zijn gat zouden kruipen moest hij even niet omkijken.
Toegegeven, fietsen doet pijn aan het gat en wanneer het regent word je nat, maar er zijn ergere dingen in het leven. Boonen moet zelfs niet meer meedoen wanneer de echte koersen er aan komen. Zolang hij maar voluit gaat in de kasseikoersen rond de Vlaamse kerktorens en in Noord-Franse velden. Voor dat duivelse dokkeren zijn dikbilcoureurs als hij gebouwd.
Wij zijn al blij dat we tussen Quatar en de Scheldeprijs soms mogen juichen. Jij bent de enige die Spanjaarden en Italianen boonen kan laten fretten. Wat je daar voor moet slikken willen we eigenlijk niet weten. Dat je minstens Viagra slikt kan je koersbroek niet verbergen. We vinden het vreemd en kijken discreet weg. Ook daar zal je een streepje voor hebben. Want wanneer we zelf na het fietsen in de douche staan moeten we goed zoeken of we nog een jongetje zijn. Wij zijn dan ook niet zo getraind en krimpen van kou, vermoeidheid en zadelpijn. Maar hé, Tom, we kunnen er mee leven dat jij alles hebt.

Eva had ook alles en kijk es wat er van haar geworden is? Ik lees het niet in de commentaren, maar in dit coke-verhaal lijk je nog het meest op haar. Jij bent vooral Eva Boonen, voor wie het paradijs niet genoeg is. Er moet nog een roes naast zijn. Een verboden vrucht. Een kick bovenop de kick. Doe nog een streepje bij die derde kassei.
Jij kunt toch niet zoals Devolder zielig zondigen met een zak friet? Vedetten leggen daar liefst een lijntje bij. White powder for white power. Witte boorden hebben dus witte neuzen, BV’s zijn aan het lijntje, zelfs snotneuzen hebben witte neuzen… Maar alleen jij moet ’s anderendaags op bevel plassen. Is dat oneerlijk? Kom nou, dat is toch niks naast alles wat je er voor in de plaats krijgt?
‘Keep your nose clean’, was jou uitdrukkelijk gevraagd. Anders zet je niet alleen jezelf, maar ook heel de ploeg voor het blok. Een volgende keer kunnen we niet meer lachen met ‘Tommeke, Tommeke, wat doe je nu’.

Het gaat niemand aan wat jij privé uitricht, maar als zelfs the China Morning Post, de Nieuw-Zeelandse ‘Timaru Herald’ of ‘Gulf News’ uit de Arabische Emiraten onmiddellijk weten dat jij op een Mols terras hebt zitten drinken, heb je weinig privé over. Voor zo’n ‘covering’ moet de koning al dood gaan, besef je dat? Wat moet dat zijn als jij dood gaat? Denk jij dat de koning dan het nieuws haalt wanneer hij met een witte neus op een Mols terras voor zich uit zit te lullen? Je zou verdomme blij moeten zijn. En er zeker mee kunnen leven dat je naam voortaan zal vergezeld gaan van “I’ve got cocaine, running around in my brain”, dom di dom Tom. En ook dat franke tongen daar aan toevoegen: “ coke krijgt meer vrij spel in een leeghoofd dan wanneer het tegen een muur van hersenen moet opboksen.”

Het is ook zo’n banaal verhaal, Tom. Van Steenbergen haalde het nieuws met gokschulden. Daar kon je nog iets bij voorstellen. Hij verspeelde zijn geld aan Chinese pokertafels. Daar zat tenminste nog een Humphrey Bogart-film in. Bovendien dook zijn zesdaagse-partner Palle Lykke in de koffer met zijn dochter Fanny, die begin jaren zestig topless zonnebaadde, zo vertelde een klasgenoot die uitzicht had op de tuin van Rik. Woodstock moest dan nog komen. Zo’n dingen voeden de verbeelding.
Daarmee vergeleken is dat verhaal van die black-out zo flauw. Of zo erg. Want het betekent dat jij geen vrienden hebt die jou beschermen tegen gasten die cocaïne in jouw neus proppen terwijl jij strontzat bent van teveel pils. Iedereen ziet je graag, maar in feite ben je helemaal alleen in je Dom di Dom club.

In ’40 mobiliseerde Nederland soldaten met het lied : “Rats, kuch en boonen, is het soldatendiner…”
Ik hoop dat jij het publiek ooit nog voor jou kunt mobiliseren met uitzonderlijke sportieve prestaties. Win hun harten met echte koersen zoals Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije. Maak daar je core-business van, dan vergeet iedereen meteen die coke-business.
10-05-2009

Geplaatst in Fantasie | Reacties uitgeschakeld voor De appel van Eva Boonen (heet coke)

Communicerende vaten

Vandaag (25/6/09) las ik nog in de krant: in feite zijn Open VLD, LDD, NVA en VB communicerende vaten. Wat de een wint, verliest de ander. Volgens de natuurkunde klopt dat. Met elkaar verbonden vaten beïnvloeden elkaar. Maar de wet gaat verder: ‘tot eenzelfde niveau bereikt is’. En dàt is in de politiek alleen figuurlijk waar. Het lage niveau is overal ongeveer hetzelfde. Synoniem voor zo goed als inhoudsloos. En iedereen weet “holle vaten klinken het luidst”.
Nochtans blijven publiek en media naar die rechtse communicerende vaten luisteren. Dat was jarenlang het geval bij het ondertussen folkloristische VB. Nu luisteren ze met het verstand op nul, want zo hoort dat bij de brulboei, graag naar het vat LDD. Je bent er niks mee, maar toch. Tenzij je dubbeldek autostrades belangrijk vindt of u laat vangen door de vlaktaks.

De NVA wil de crisis opvangen met de afrit Vlaanderen. Heel de wereld weet dat de crisis zijn oorsprong vindt in de onverantwoorde hypothecaire leningen door Amerikaanse banken, maar voor NVA en andere rechtsdragenden is het de schuld van de Walen. Vlaanderen zou als enige gespaard gebleven zijn, moesten we niet zoveel bijdragen aan Wallonië. Moesten we onze eigen hospitalisatieverzekering hebben en onze eigen Vlaamse energie. Het publiek knikt en slikt. En vergeet daarbij dat onze belangrijkste bank en onze energieleverancier inmiddels in Franse handen is. Er is niemand die een rode kaart geeft voor zoveel onzin.

De niet minder rechtse Open VLD mag zand in de ogen strooien met de asociale jobkorting. De beloning voor de werkende Vlaming. Nooit eerder verloren zoveel mensen hun werk, maar de blauwen blijven doen alsof iedereen die geen werk heeft werkonwillig is en dus op termijn gestraft moet worden. Ook wie ziek valt of gehandicapt is, wordt op termijn uitgeschakeld.
Ze willen de gezondheidssector naar zich toetrekken. Om te privatiseren en ziek Janneke en Mieke om de tuin te leiden met een PGB, een persoonsgebonden budget. “Hier is uwe zondag, manneke”. En als die niet toereikend is, tant pis.
Ze krijgen zelfs de steun van Kathleen Cools en Lieven Verstraete. “Wat is er mis met winst maken in de gezondheidszorg, bleven ze Mieke Vogels en CD&V-er Van Ackere voor de voeten werpen. Omdat zoiets niet etisch is, durfden zij te antwoorden.
Als journalist zou je die vraag niet eens mogen stellen, maar de VRT heeft bij deze verkiezing ingezet op het rechtse vat. Geen kritische vragen aan rechts, terwijl links aan het kruis mag genageld worden. “Wat is dat daar allemaal bij de sp.a? Freya Van den Bossche zegt onomwonden dat ze graag minister van Cultuur zou worden.” Dat ook Bart Tommelein die voorkeur heeft uitgesproken en de kleine (=jonge) De Gucht geeft niet, maar Freya! Liesbeth Imbo ontlokt Tobback een commentaar daarover en haar vriendje in Terzake, Emmanuel Rottey, haalt over dat onbetekenend item zwaar uit tegen Caroline Gennez. Die pareert uitstekend, brengt het onderwerp op de echte inzet van de verkiezing: willen de Vlamingen op 8 juni wakker worden in een rechts egoïstisch Vlaanderen? Maar Rottey luistert niet. Hij heeft de grootste megafoon van het land in de hand. De socialisten zullen bloeden tot ze rood zien.

Voor één keer wil ik Amerika tot voorbeeld nemen. Zou het niet beter zijn wanneer wij hier ook de keuze hadden tussen slechts twee mogelijkheden? Twee communicerende vaten, een rechts en een links, vertaald in Egocraten en Democraten.
En dat al die rechtse egoïsten het in hun vat onder elkaar uitvechten. De Winter, De Wever, De Decker, De Gucht. Er mag maar één “De” overblijven. De Chef van de Egoïsten. Die neemt het dan met zijn vat op tegen een vat socialisten en Groenen. Over de toekomst van dit land, over onze “samen”leving. Zodat we een duidelijk vergelijk krijgen over de essentie, gedocumenteerd met argumenten, zonder te focussen op personen. Zodat we kunnen kiezen. Rechts zal ook dan wel het luidst roepen, maar misschien zullen de mensen, goed geïnformeerd, toch uit een ander vaatje willen tappen.
Zoals Abraham Lincoln een democratische regering noemde: een regering “van, door, maar vooral “voor” het volk.
26-05-2009

Geplaatst in Pol & Soc & Fictie | Reacties uitgeschakeld voor Communicerende vaten

Depressieve en durvende duiven

Wat is dat toch met die duiven? Ik begrijp dat ze blijven zitten wanneer ik ’s morgen kom aan gejogd. Wellicht loop ik te traag, maar bij het fietsen was het vanmorgen net eender. Als ik niet als gek “pas op duifkens “ roep, heb ik om 7u ’s morgens al duifkens geplet op mountainbikese wijze.
Zijn die duiven depressief? Of zijn zij gestegen op de evolutieschaal van Darwin en kijken ze nu op ons neer? Op ons neerkakken doen ze al. Wellicht gaat neerkijken en neerkakken samen? Ik heb het eens meegemaakt. De eerste dag in Brussel, in volle stad. Plas op mijn jas. ’s Anderendaags terwijl ik het voorval in Antwerpen ben aan ‘t vertellen krijg ik kak op mijn hoofd. Was het dezelfde duif? Was het uit rancune?
Duiven beschikten nog voor de mens over een GPS, kan het dan niet zijn dat zij nog andere menselijke trekjes hebben? We weten al dat zij enorm bezitterig zijn, zie maar hoe de melkers spelen op het weduwschap, maar zouden zij ook als de mensen op wraak zinnen?
Neem nu de duiven in mijn straat. Een hele dag zitten ze aan de overkant in de bomen te koekeloeren en te flirten, maar als ik de poezen in de achtertuin eten geef zijn ze erbij. Wat zeg ik, zitten ze klaar nog voor de poezen goed en wel wakker zijn. Ik ga niet beweren dat zij reclameren als ik iets later ben met het eten, maar het geeft toch te denken dat zij regelmatig als kamikazes tegen de schuifdeur vliegen.
Mijn straatduiven zijn zo arrogant dat ze de poezen met hun gefladder gewoon wegjagen om hun eten in te pikken. De poezen zijn er zo door getraumatiseerd dat ze zich zo snel mogelijk volvreten, met alle gevolgen van dien. Wanneer ik hun dan aanmaan van hun terrein te verdedigen, kijken ze mij met zo’n ongelukkige blik aan dat ik maar in hun plaats de duiven wegjaag. Die nemen dan onmiddellijk wraak door in eerste instantie niet verder te vliegen dan mijn nieuw hardhouten terras achteraan in de tuin en er duchtig hun misprijzen uit te kakken. Is het toeval dat ze de toer van het huis doen en zowel scherend langs de gevels tegen de ramen vooraan als tegen de ramen achteraan hun handtekening te plaatsen.
Gelukkig weten ze niet alles, want van alle auto’s in de straat werd de auto waar ik enkele jaren mee gereden heb van de voorbumper tot de achterbumper over de voorruit, zijruit, motorkap en dak vol gescheten. Met een hardnekkige mélange die je er nauwelijks afgeschuurd kreeg. Ik heb meegeholpen ook al heeft mijn jongste zoon die auto al maanden geleden van mij overgenomen. Wraak misplaatst. Het kan zijn dat deze duiven te veel rood vlees eten en agressief worden omdat ze hun vleugels alleen nog uitslaan om van hun boom naar de etensbak en terug te vliegen.
De duiven in het park zijn anders. Dat zijn nog echte reisduiven. Je ziet dat aan hun afgetrainde lijven, tegengesteld aan die dikzakken van duiven in mijn straat. Deze duiven maken hun kilometers. In de halve fond al tot 500 km per vlucht. Bovendien eten zij als eens vreemd. Franse kost in Quivrain of St Quentin, olierijk in Barcelona. Misschien is hun vliegen op Barcelona wel een van de oorzaken van hun nonchalance. Wetenschappers hebben daar cocaïne in de lucht aangetroffen en amfetamines, opium en lsd. De mens heeft daar voorlopig nog geen last van maar, wie bewijst mij dat duiven daar niet aan onderdoor gaan? Misschien vliegen zij net op drugshoogte in de lucht, zoals luchtvervuiling zich in de hogere luchtlagen verplaatst.
Gedrogeerde duiven, het zou kunnen. Wat krijgen die allemaal niet in hun eten voor het vertrek? Vergelijk het met coureurs. Ook daar is de stap van doping naar cocaïne klein. En dat steekt dan nog in grote lijven, wat moet dat bij zo’n kleine duif teweegbrengen. Misschien zoeken zij de lucht van Barcelona wel op om te vergeten dat zij depressief zijn. Want wie gelooft die duiven nog?

Hun grote voorbeeld, de vredesduif, is al lang geen role model meer. Zij is aan lager wal geraakt en heeft haar vredespalm al lang ingeruild voor Special Palm. Tot voor enkele jaren waren er elke zondag speciale radio-uitzendingen voor duiven. Nu moeten ze het zelf maar uitzoeken. De duivenbond stelt niks meer voor. Niemand noemt zijn lief nog ‘mijn duifke’. Niemand zingt er nog van zijn duivenkot. Of van La paloma blanca en dat is maar goed ook, want die huppeldepup van George Baker stelt niks voor naast het historische La Paloma, het meest gecoverde lied ooit. U kent het misschien van Harry Belafonte en Freddy Quinn, maar er werden niet minder dan 2000 versies opgenomen. Dat is enkele honderden meer dan Yesterday van de Beatles.
La Paloma gaat terug op een liefdessage van verslagen Perzen, opgetekend door de Grieken. Vijfhonderd jaar voor Christus zagen de Grieken hoe de Perzen na hun mislukte invasie bij de berg Athos, witte duiven loslieten uit hun zinkende schepen. De Grieken hadden nog nooit witte duiven gezien en kenden die vogels meteen mythische mogelijkheden toe. ‘Amor vincit omnia’ schreven die duiven in de lucht, in het Latijn om die Grieken te kloten. De Grieken, die ook toen al sterk konden overdrijven, schreven dat die duiven een laatste groet overbrachten van de stervende krijgers en zeemannen aan hun geliefden thuis. Die magische reputatie hebben de duiven fier de wereld rondgedragen. Van het jaar nul tot nu. Liefde en duiven hoorde sindsdien bij elkaar als konijn met pruimen. Ze werden bezongen en vertroeteld. Ze bestendigden hun aanwezigheid in taal en kunst. Tortelduifjes lieten eeuwenlang witte duiven vrij om hun liefde naar de vier windstreken uit te dragen. Wereldwijd werden ze belangrijker dan de koning van de wildernis, die alleen nog in een klein gewest ergens aan de Noordzee symbool mag staan. Maar ook duiven delen in de duivelse mode dat alleen de hype van de dag nog telt. Het is niet meer leuk duif te zijn in deze deprimerende tijden.
28/5/2009

Geplaatst in Fantasie | Reacties uitgeschakeld voor Depressieve en durvende duiven