Een streepje voor Bart Tommelein

Paaszaterdag (2008). De Primavera gaat beginnen, maar eerst moet Villa Politica zijn deuren nog sluiten. In de uitsnijding praat Linda De Win met Rik Van Cauwelaert. Op het grote scherm achter hen staat Bart Tommelein te blinken op het spreekgestoelte, netjes in streepjespak gehesen met een half leesbrilletje als ernst bevorderend rekwisiet. Hij is rood aangelopen en als hij spreekt drukt de zwaarhangende keel op hemdrand en das. Er wordt gelachen wanneer hij de cijfers van Leterme weerlegt, terwijl hij eerder als fractieleider van de Open VLD het regeerakkoord zou moeten verdedigen. Maar de troika van partijchef en ministers van binnen- en buitenlandse zaken laten hem zijn gang gaan; zij hebben hem daar geplaatst, beloond met streepjespak en porte parole.
Op het moment dat Jean-Marie Dedecker zijn vroeger Oostends maatje Tommelein interpelleert wordt er overgeschakeld naar Sanremo. Ik kan niet meer volgen wat er gezegd wordt, maar ik kan indenken dat het er niet vriendelijk aan toe gaat.
Toen Jean-Marie in oktober 2006 niet tegen Van de Lanotte in de Oostendse arena wou stappen, nam Tommelein als gehoorzame partijsoldaat zijn plaats in. Dedecker voelde zich in zijn strijd met de partij verraden door Tommelein. Het zou nooit meer goed komen tussen deze Westvlaamse blauwe zwaargewichten, die ooit vanuit Oostende golf na golf richting Wetstraat stuurden in de hoop dat ze daar in hun ‘zeetje’ zouden verdrinken. Bartje fulmineerde tegen alles wat de kleine middenstander te kort deed, Jean-Marie brulde tegen al de rest.
Jean-Marie dacht dat hij met zijn nationale bekendheid altijd een koka voor zou liggen en Bart verder in ippon kon houden omdat hij hem bij een privé-probleem ‘ter hulp was gesneld’, maar denk hier alstublieft geen West-Vlaamse tongval bij. Bart bleek al even vastberaden als Jean-Marie, die ondanks zijn stoer judo-coach imago zichzelf te vaak door zelfbeklag buiten de tatami wipte.

Tommelein heeft tomeloze ambitie. Hij kan zwijgen wanneer het moet en praten wanneer en wat je maar wil. Hij kan zich onzichtbaar maken wanneer hij in de weg dreigt te lopen en als reddende engel opduiken wanneer de partij een vrijwilliger voor een vervelende klus in de ether wil sturen. Zo glijdt je tussen polemieken door en onopvallend mee naar voor. Zo word je woordvoerder van Patrick Dewael en, omdat niemand anders dat wil, diens conformerende vriend, die even Bourgondisch kan tafelen, die even fiets- en vrouwengek is, hoewel, wat dat eerste betreft, zijn schoonbroer hem al eerder tegen de wind in leerde beuken. En die, als Patrick dat wil, mee baantjes trekt in het zwembad en sporen in de sneeuw. Het is op skiverlof dat er zich een nieuw momentum aandiende in Bart’s carrière. Door toedoen van Greet Op De Beeck nog wel en misschien daarom niet geheel toevallig.

Op een avond had Patrick weer meer Slivovitsj gedronken dan goed voor hem was en liep hij luidruchtig lallend door het mondaine ski-dorpje: “ooh, maine blauwe geschelpte, gaai zaait maain lievelingsdooif…”, vergeten we niet dat Dewael uit Lierke Plezierke afkomstig is. Bart en Greet moesten de vrolijke excellentie ondersteunen. Voorbijgangers maakten opmerkingen. Gelukkig herkende niemand de minister van Binnenlandse zaken, maar waren er wel die vroegen of ze mister Kennedy niet moesten helpen. Bart die mee om ter meest ‘eins, zwei saufen’ had moeten doen met Dewael kon alleen nog maar schaapachtig lachen. Zijn Engels kon bovendien niet tippen aan dat van Greet die in een voorhuwelijks leven Germaniste was geweest. Greet die zich al uit moeilijker situaties had moeten redden antwoordde: ”Yes indeed, he is, but please don’t tell anyone, we are only trying to help this drunken Russian to his hotel, so he can’t disturd anyone anymore…”

Zoals te verwachten was wist Patrick Dewael ’s anderendaags niks meer van het voorval af, maar Greet feliciteerde zichzelf uitgebreid met haar alertheid en bleef maar herhalen hoe geweldig zij was geweest. “Geef nu toe, Patje, hij zou toch echt een Kennedy kunnen zijn? Zie dat aan. Als hij zijn haar een beetje meer wast en kamt, als hij zijn smile wat mysterieuzer maakt en iets minder plomp loopt, werkt dat Kennedy-imago ook bij ons.”
Greet weet wat het betekent wanneer je kop regelmatig op tv komt en hoe vrouwen voor mannen van de macht kunnen vallen, zeker wanneer ze een vage look-a-like zijn van een of andere beroemdheid. Dat helpt de positieve beeldvorming en het geheugen. Bart is een ladiesman, vond Greet en dat mist de partij. “Nu stemmen er alleen mannen voor de VLD, omdat ze er als middenstanders of ondernemers hun voordeel in zien. Maar hoe trekt de partij vrouwen aan? Met klein Karelke zeker of met den teddy Somers? En begin niet over Quickie, hé, die heeft een metaaldetectorstem en vrouwen vinden een man die geen vrouw kan vinden een loser. Wij vrouwen voelen ons meer aangetrokken tot mannen die al een of meerdere vrouwen hebben.”
Dat Greet haar eigen Patrick niet eens vermeldde, verbaasde Dewael niet. Zij had haar vrienden van de Germaanse definitief achter zich gelaten, de boekenclub van Antwerpen, noemde hij hen soms smalend, en wou de prijs die ze daarvoor betaalde of behaalde met niemand delen.
“Laat mij op de VRT tussen neus en lippen vertellen dat er Amerikanen op skiverlof dachten dat Bart Tommelein van de Kennedy-familie was, dan loopt Linda De Win hem zeker in elke uitzending met de micro achterna. Ik ken de media, als er ene het heeft over borrelnootjes of vette vis, praat heel België dat na. Wat dacht je dan van een Kennedy-boy-effect? Dat gaat er in als zoete koek. Vergeet niet dat er in de journalistiek – in tegenstelling tot in de politiek – bijna evenveel vrouwen als mannen werken.”

Als Greet zo vol vuur sprak dan stonden Patje’s oogzakken helemaal vol water. Zo had hij haar leren kennen en zo wou hij dat zij hem zou leiden in beslissingen die verstand aan gevoel koppelden. Bart was inderdaad best een gokje waard, de Jean-Marie zou toch vroeg of laat de Melsensstraat verlaten. Tommelein kon zich tenminste in de partij-orders schikken, laat Dedecker dan maar beschikken.

Nu stond Tommelein daar in zijn streepjespak voor de Kamer. De lat mag weer hoger geschoven worden. Als Van Quickenborne, waar niemand warm van wordt, minister kan worden, dan mag een flexibele Vlaamse Kennedy hoop koesteren op iets meer bij een volgende regering.
Zelf vond Tommelein dat hij meer weg had van Paul Goossens, vooral omdat die ook revolterend begonnen was en later door het establishment gerecupereerd werd, zo dacht Bart over zichzelf en over Goossens. Maar wie is er objectief als het over zichzelf gaat?

Bart revolteerde als ventje niet om de universiteit te vervlaamsen, maar vooral omdat hij niet naar school wou maar naar zee, dat maakte hij duidelijk door altijd een ‘blauwe’ zeemanstrui te dragen, met ankerknopen op de schouder. De jonge Bart had ook ambitie en grote woorden op overschot, en het talent om richting en timing instinctief te kiezen. Maar waar Goossens zijn idealen trouw bleef terwijl hij zijn carrière uitbouwde, vond Bart al snel dat idealen vooral golden voor de maten die je moest hebben wanneer je een nieuw kostuum ging passen. Links-rechts, links-rechts marcheert te traag. De blauwe trein ging sneller en daar wisten ze dat dienstbetoon in de eerste plaats een kwestie van zelfbediening is. Middenstanders weten als geen anderen hoe de kassa rinkelt. Hij had zelfs een uitspraak van Kennedy in zijn voordeel omgekeerd: “don’t ask what you can do for your country, but what your country can do for you.” Alleen als de partij hem iets vraagt is hij even opportunistisch als paraat.

Ik ben benieuwd wat hij gaat doen als de partij hem vraagt van zijn talenten als ladiesman aan te wenden om Inge Vervotte van Leterme los te weken en zo de CD&V verder te verzwakken.
24/3/2008

Dit bericht is geplaatst in Pol & Soc & Fictie. Bookmark de permalink.