Noodgulp

“Vraag ‘ns of hij weer zijn ontslag zal geven zoals tien jaar geleden bij de ontsnapping van Dutroux?”, hoorde Annelies Van Herck de regisseur in haar oortje fluisteren. Die had het op de heupen van de nietszeggende zinnen die de minister weer aaneen breide. Hij wou vuurwerk in de studio. Ofwel help je dan de minister bij het zich vastpraten in cirkels die hij met zijn theorieën in het zwerk schrijft ofwel stop je hem koudweg af met een opmerking “out of the box”, waar hij, die zo met creativiteit wil pronken, nooit van terug heeft.

De vraag lag nochtans voor de hand, maar Stefaantje leek door die terugkeer naar het verleden behoorlijk van zijn melk; hij had zich voorgenomen van alleen over de toekomst te praten. Meer dan “dit is een belachelijke opmerking” wist hij niet te verzinnen en hij maakte met zijn stoel een kwartdraai om niet meer naar ‘die dwoaze vroemench’ te moeten kijken.

Annelies wist haar koelbloedigheid te bewaren en beperkte zich tot een sober “meneer de minister, bedankt voor dit gesprek”. Terwijl de regisseur in haar oortje bleef roepen : “vraag of hij als falende verantwoordelijke nog “hulp” kan bieden, doe hem “hulp” zeggen.

De Clerck had ooit in de Zevende Dag bloedserieus het verschil tussen hoofdgulp en noodgulp uitgelegd. In zijn hoofd had hij het over hoofdhulp en noodhulp, maar dat was alleen in zijn hoofd en in hoofden van ‘bachten de kupe’. Hij zag uiteraard niet dat de presentator zich achter zijn hand verschool om De Clerck niet in zijn gezicht uit te lachen. Toen dan De Clerck toenmalig premier Verhofstadt plagerig zei dat hij altijd bereid was van zijn gulp aan te bieden, brak de presentator het gesprek plots af. Stefaantje keek verongelijkt en vond de presentator partijdig, stoppen op een moment dat De Clerck scoorde tegen Verhofstadt.

Het was jaren geleden, maar in de wandelgangen noemde men hem nog altijd minister gulp. Hij verdween van het toneel naar Kortriek, waar iedereen geilig de gheer zegt en vriendelijk zijn gulp aanbiedt; maar nu Stefaantje terug was leek het er op dat hij was uitgebroken eerder dan dat er een carambole-reeks gedetineerden ontsnapten.
“Ik zal pas opstappen als er… 29 gevangenen ontsnappen” verduidelijkte hij zijn standpunt de volgende dag. Vroeger zou hij gezegd hebben als er zeven maal zeven gedetineerden ontsnappen, maar sinds zijn uitspraken telkens als wollige tsjeventaal bestempeld werden, probeert hij vooral cryptischer te spreken. Dus, rekende hij vlug zeven maal zeven en kwam hij, zenuwachtig als hij is bij het kleinste probleem, uit bij 29.

Gevangenen hebben dergelijke aansporing niet nodig, maar voor sommige partijgenoten leek het wel een leuke uitdaging uit te zoeken of zij die arme gevangenen niet aan ideeën konden helpen. Met als onderwerp: “riftje raftje, flidder fladder, je kunt ook vluchten zonder ladder”, wat de indruk moest geven dat deze mail een nieuwe stunt was van schrijfster Saskia De Coster, vertrok van op het hoofdkwartier van de CD&V een hotmail met nuttige tips voor gevangenen.

Na de ontsnapping van Dutroux had Stefaantje tien jaar op zijn kin mogen kloppen. Daar is plaats voor: ‘ip Stefaans bakkesn kunter uij droain mé peird en karre’, zeggen ze zelfs in Kortrijk. Nu zou hij de spelregels zelf bepalen. Geen stoelendans deze keer. Dat Van Parijs, Leterme, Vandeurzen of Verherstraeten maar iets anders doen. ‘Tkem me nie skiln’,
ik ben niet verantwoordelijk. De gevangenissen treffen schuld, mijn voorgangers, de politie, de regie der gebouwen, de media uiteraard en mijn politieke belagers, maar ik niet. Hebben zij mijn plannen al eens goed bekeken? Die zijn zo grondig dat ze na tien jaar nog niet voor iedereen duidelijk zijn.
Ik ben het beu van altijd aan de kant geschoven te worden. Eerst werkt ons Marie-Dominique me uit het advocaten-kantoor dat ikzelf heb opgericht en zet De Jaegere in de plaats van De Clerck. Dan vernieuw ik de partij en plan over heel het land bijenkorven om de mensen bij elkaar te brengen; merci voor de tip rond “de mensen”, zegt Leterme en hij pakt mijn voorzittershamer over.
Ik verlies in basket van mijn koters en van Van de Lanotte; ik zet mijn schouders onder Interieur in Kortrijk, laat mij fotograferen in design-zetels, reik designprijzen uit aan verschillende scholen en weer is het niet goed.

In de partij zeggen ze “doe maar uw schoon kostuum aan”, wanneer je minister wil worden. Al tien jaar koop ik de meest opzichtige dassen, ga mee met de trends van kleurrijke cool naar velouren nonchalence en dan nog zou ik er weer naast pakken?
Het is toch te gek dat ik mij zou moeten vergelijken met de vintage-schoolmeesterlook van Vandeurzen, Van Parys en Verherstraeten? Niemand in de partij kan zoveel enthousiasme uitstralen als ik, mohow zeg; niemand komt nog maar in de schaduw van mijn glimlach en van mijn positieve lichaamstaal. En niemand ziet hoe die Verhofstadt mij ondertussen copieert.
Ik praatte al over kunst en had langere haren en artistieke flair nog voor Verhofstadt naar Toscane trok, diene wietewoui.
Ik was als enige op de première van Kasimir en Karoline in Avignon. Wim Opbrouck zei me “kijkt ne kier nui, oewèst, die fransozen denken dat gij onze artistieke directeur zijt…”.
“toet, toet, zei ik, k’ben vanij’ens ne rappe sluinse, wè”.
Wim is a moat van mij, sinds hij als Gerrit Callewaert uit Bavikhove, de rechten van de Vloanders op tv verdedigd heeft.
’t ku me gi klotn skeln dat ze ons niet altijd verstaan.

Het kan zijn dat ze in Kortrijk van hun Stefaantje zeggen “ie jeet een tonge van lientjes”, maar hij moet dringend wel eens voor de spiegel gaan staan en oefenen, anders blijft hij voor altijd minister gulp, hoe vaak hij die nog mag aanbieden.

Het verschil tussen en gulp en hulp kun je zelfs zien, daar heb je geen logopedist voor nodig. Ga zelf maar eens voor de spiegel staan en zeg na elkaar “hulp” en gulp”. Doe dit natuurlijk niet wanneer uw partner u kan horen. Zij zou kunnen denken dat uw onderbroek onder hoogspanning staat zonder dat zij er bij betrokken was.

Wanneer u achtereenvolgens in de spiegel “gulp” en “hulp” zegt, zult u zien dat bij hulp, enkel wanneer u de “h” goed aanblaast, een klein dampkringetje verschijnt. Als u geen verschil merkt hebt u waarschijnlijk net als Stefaan “stroent in jen ohen”.

HugoBe
11/8/2009

Dit bericht is geplaatst in Pol & Soc & Fictie. Bookmark de permalink.