Het geheim van het knisperkonijn

Celestein het knisperkonijn was nog een echt konijn toen Joria het in het park vond.
Het lag verkleumd onder de sneeuw toen een wolkje sterrennevel er overheen streek.
Door de warmte van de sterrennevel droogde de sneeuw naar binnen op en zou voor
altijd blijven knisperen.
Joria moest het konijn laten liggen van haar mama. Toch nam zij het de volgende dag
mee naar huis. Onder haar jas, tegen haar hartje. Toen mama Joria uit haar jasje hielp
en het konijn ontdekte, leek het helemaal niet meer op het konijn dat ze in het park
gezien hadden. De sterrennevel had het konijn omgetoverd.

De sterretjes wilden het konijn helpen omdat de familie konijn nooit lief was geweest
voor Celestein. En al de dag erna werd het konijn in het park gevonden door een erg lief meisje. Joria heette ze en ze wou het konijntje absoluut redden. Hoewel haar mama dat helemaal niet zag zitten.
Het meisje pakte Celestein op en Celestein werd meteen verliefd. Wat deed het deugd
door iemand geknuffeld te worden. Dit had hij nooit eerder meegemaakt. Voor de meesten was Celestein een vies konijn met een vuile pels. Maar dat lief meisje keek daar gewoon aan voorbij. Zij liet zich ook niet afschrikken door de reactie van haar mama of van haar broer Fox. Hoe fantastisch zou het zijn van altijd bij zo’n lief meisje te mogen blijven?
Lieve sterretjes, vroeg het konijn, als ik een wens mag doen, als jullie voor mij willen toveren, maak het dan mogelijk dat ik bij haar kan blijven. En de sterrennevel deed zijn werk.

Toen mama het konijn van onder Joria haar jas haalde, was Celestein veranderd van een echt konijn in een zacht pluchen speelgoedkonijn. Weg was de bruine harige pels. Het konijn was helemaal wit, met hier en daar een lijntje roze. Aan de binnenkant van de oortjes, aan de kussentjes van de pootjes. Het konijn paste helemaal bij het meisje. Joria droeg die dag haar roze kleedje dat aan de randen afgelijnd was met een wit biesje. Dezelfde kleuren als het konijn, maar dan omgekeerd.

Niemand was meer verbaasd dan het meisje zelf. Want zij had het konijntje in het park onder haar jas gestoken en zij wist dat het een bruine, niet zo propere pels had. Dit is een toverkonijn galmde door het hoofd van Joria. Dit mag ik nooit loslaten. Dit konijn gaat mijn leven veranderen. Niemand anders heeft dit.

Joria hield Celestein altijd bij de hand. Ze praatte er mee alsof het een mens was. Het konijn maakte haar sterk. Maar owee als ze het even niet vond. Dan was ze echt in paniek. Ook wanneer iemand zei dat het toch maar een gewone vod was. Die bliksemde ze neer met haar ogen, zoals alleen zij dat kon. Er was de wereld van iedereen en er was de wereld van Joria en haar konijn.

Als ze ging slapen bewoog ze de stof van het konijn de hele tijd tussen haar vingers. Ze hield van het knispergeluid. Zo knisperde ze zichzelf meestal in slaap. Zelfs wanneer ze sliep lieten haar vingers zonder ophouden het konijn knisperen. Het gaf haar een goed gevoel.
Zij bleef haar konijn gewoon ‘konijn’ noemen. De naam Celestein was een idee van mama. Haar mama die met de beste bedoeling konijn in de wasmachine had gestoken.
Maar wat een drama. Konijn knisperde niet meer. Het was properder nu, zoals mama wou, maar het leek inderdaad niet meer dan een gewone lap stof geworden. Alle leven was weg uit het konijn.

Joria was ontroostbaar. Avond na avond huilde ze zich in slaap. En toen haar tranen op waren werd ze boos op mama. Zo boos was ze nog nooit geweest. Haar konijn betekende alles voor haar. En dat had mama nu maar eventjes kapot gemaakt.
Waarom kunnen kindjes mama’s en papa’s niet straffen als die iets fout doen? Zij straffen ons zoveel zij willen. Dat is niet eerlijk.
Joria had het gedurfd van dat vlakaf aan mama te zeggen. Mama was geschrokken, maar wou nu niet te zeer tegen Joria ingaan. ‘Kindjes moeten naar mama’s luisteren, omdat mama’s ouder zijn en hun kindjes op die manier leren leven’, zei mama daarop.
‘Dan moet jij toch naar jouw mama luisteren, die is ouder dan jij. Of moet dat niet meer? Van wanneer moet dat dan niet meer? ‘
‘Maar kindje toch, oma is oud, en op een bepaald moment weten oude mensen het niet meer zo goed’, zuchtte mama, en ze wist op voorhand dat haar dochter hier geen vrede mee zou nemen.
“Oma is te lief ja, om aan jouw oren te trekken. Oma zal waarschijnlijk zeggen: Mama doet haar best. Wel, ik doe ook mijn best. Maar je kunt je best doen en toch fouten maken. Zoals met mijn konijn.”

Mama zag wel dat Joria boos bleef omdat zij haar konijn gewassen had. Maar wat kon ze er nu aan doen?
Fox was de eerste die naar een oplossing zocht. Op een avond wachtte hij tot Joria in slaap was gevallen. Voorzichtig nam hij Celestein uit haar hand en ging er mee naar de keuken. Daar stopte hij het pluchen konijn in het diepvriesvak van de koelkast. Misschien zou het knisperen terugkomen door een nachtje in de kou?

Die ochtend was hij Celestein vergeten. Ze moesten snel naar school. ’s Avonds haalde hij het konijn uit het diepvriesvak. Het was een stijve plank geworden. Je zou er mee kunnen pingpongen. Zonder dat Joria het merkte stopte hij Celestein in het opwarmkastje van de chauffage.
Toen ze gegeten hadden zocht Joria naar haar knuffel. “Oh, Joria, ik vond dat Celestein vanmorgen zo koud had en ik heb hem in het kastje van de chauffage gestopt…Sorry dat ik dat niet gezegd heb, maar we moesten ons haastenvoor school…” Fox trok een afwachtend gezicht. Misschien zou Joria nu ook boos op hem worden. Het tegendeel was waar.
Ze liep naar de radiator, deed het deurtje open en haalde er Celestein uit, die geen stijf plankje meer was maar toch nog koud aanvoelde. “Dankjewel, Fox”, zei Joria met stralende oogjes, en tegen konijn: “je was toch niet bang, hé, toen Fox jou in het kastje van de chauffage stopte? Fox heeft goed voor jou gezorgd. Maar je hebt nog altijd koud. Kom maar bij mij, misschien ben je toch nog mijn toverkonijn?”

Fox straalde, mama had tranen in haar ogen. Hoe kon ze het goed maken bij Joria?

Ze had al wel eens gehoord van knisperfolie. Als ze die nu ergens zou kunnen vinden, zou ze die misschien in het konijn kunnen innaaien. Zou dat een verschil kunnen maken?

Ze durfde er niet aan denken dat dit pluchen speelkonijn ooit het zieke konijn uit het park was geweest. Als dat echt waar is zitten er misschien nog de darmpjes van het konijn en zijn hartje en al de rest nog in wanneer ik het openknip om er knisperfolie in te steken? Of duizenden wormpjes die alle ingewanden ondertussen hebben opgepeuzeld? Mama rilde bij de gedachte. Neen, daar durfde zij niet aan beginnen. Misschien dat oma het wel wil proberen?

Natuurlijk wou oma haar kindje helpen bij het helpen van haar kindje. Ze moest zelfs niet op zoek naar knisperfolie, ze had gewoon een lege zak chips meegebracht. Die knipte ze op maat van het konijn, maakte hem met losse steekjes hier en daar vast en naaide er een nieuw laagje witte stof over. Daarna borduurde ze de oogjes van het konijn iets groter zwart.
“Op die manier zou ik het ook kunnen”, zei mama toen oma het knisperkonijn teruggaf. “Waarom moeilijk doen als het ook makkelijk kan”, lachte oma. “Och, je moet niet altijd alles tot op het laatste draadje willen uitpluizen” knipoogde oma naar mama.

Die avond lag Celestein zoals gewoonlijk naast het hoofdkussen op Joria te wachten.
Toen Joria konijn vastpakte en konijn zoals vanouds knisperde, leek het wel of Joria door de bliksem getroffen werd. Ze werd spierwit en daarna rood van opwinding.
“Je knispert!” riep Joria. “Konijntje, konijntje, konijntje je knispert terug! Fox! Konijn kan terug knisperen… En kijk die ogen. Kijk es hoe groot die naar mij kijken. Dag zoeteke, ben je terug? Oh, wat heb ik jou gemist. Mama, mama kom vlug, Celestein is terug.”

Mama kwam de trap op gehold. Fox mocht konijn als eerste even in zijn handen houden.
“Ik vind dat Celestein naar chips ruikt”, zei Fox.
“Foòòx” zei Joria verveeld.
“Maar dat is net goed, Joria”, zei Fox snel. “Dat betekent dat Celestein echt terug is en dat hij zich nog meer dan vroeger aan jou wil aanpassen. Hij weet hoe graag jij chips eet.”

“Zo is het maar”, zei mama, die tevreden de kamer in keek.
“Maar mama beloof mij dat je konijn nooit meer in de wasmachine zult steken.”
“Beloofd”, zei mama en ze spuwde tussen haar vingers zoals de Stampertjes dat deden in de film van Pluk en de Pettenflet. “Bah, mama, wat doe je nu weer? Dat was recht in mijn gezicht. En jouw speek stinkt”, zei Fox die daarmee een mooi verhaal minder mooi beëindigde.

Dit bericht is geplaatst in Fons, Gloria en Otto. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *